“Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert. Het staat in grote neonletters op een modern kantoorgebouw in Rotterdam. Het gebouw heeft niets van waarde. Cultureel gezien. Maar dan, wat is cultureel? Het gebouw draagt zeker kenmerken van zijn tijd. Geen kenmerken die bepalend zijn geworden voor een bepaald gedachtegoed. Andere gebouwen hebben dat wel. Niet alleen gebouwen overigens. Hele wijken zijn gerealiseerd volgens een algemeen gedragen concept, een voorstelling van de samenleving waarvoor deze wijken zijn gebouwd. Van den Broek en Bakema hebben deze voorstelling treffend geïllustreerd met het bekende gezin, waarbij de kinderen tussen vader en moeder in lopen. Dit symbolische beeld, bevat het gehele programma van de wederopbouw, met het gezin als hoeksteen van de samenleving. Nu lijkt de vitaliteit van de moderne wederopbouwwijken over. Maatschappelijk is dat een probleem. Cultureel ook. In Nederland blijft iets dat onbruikbaar is over het algemeen niet lang overeind. En al helemaal niet als het geen appèl doet op onze nostalgie. Vernietiging dreigt, overigens ook zonder sloop. Menige opknapbeurt heeft meer kapot gemaakt dan de ijzeren bal. Handhaven is ook moeilijk. Het lost de gesignaleerde problemen niet op: te kleine woningen, eenzijdige bevolkingsopbouw, lege openbare ruimte, verlies van draagvlak voor voorzieningen. En voor je het weet is het een openluchtmuseum geworden dat alleen met bizarre attracties rendabel is. Wat dan?